Vanochtend verlaten we Tadoussac. We nemen met een handkus afscheid van de enthousiaste gastvrouw van Auberge de Gagne.
Het is nog bewolkt en fris (15 graden) als we om half 10 vertrekken.
We pakken de Ferry over de Saguenay River. Deze vertrekt overdag om de 20 minuten en in de avond om de 40 minuten en is gratis.



De overtocht met de Ferry duurt maar 20 minuten. Vanaf de Ferry spotten we zowaar een beluga.
Direct nadat we de Ferry afrijden stoppen we bij Point Noir. Een heel mooi punt met uitzicht op de baai waar ook veel belugas langstrekken. We betalen de entree en lopen naar een observatieplatform. Vanaf hier zien we een groep belugas vanuit de Saguenay River de St.Lawrence River inzwemmen. Ze zijn goed te zien omdat ze wit zijn en het water donker is. Verderop zien we ook nog een walvis.

Belugas lijken op dolfijnen, maar zijn kleine witte walvissen. Beluga is Russisch voor de witte. Ze leven het meest in het Arctisch (Noordpool) gebied, maar zitten nu hier inmiddels ook in de St.Lawrence River. Ze wegen 500-1500 kg en kunnen tot 6 meter groot worden. Hun gemiddelde leeftijd is 35-50 jaar.



We rijden verder naar Saint-Simeon. In dit plaatsje ontbijten we, met uiteraard een bak koffie erbij. Vanuit dit plaatsje varen veerboten naar de overkant in Rivière-du-Loup.

We rijden een prachtige route via Port-au-Persil, La Malbaie en Baie-Saint-Paul met uitzichten over de St.Lawrence River. Bij La Malbaie gaan we een stukje via de toeristische route, 362. Het gaat hier op en neer. Met stijgingspercentages van soms wel 18 %.


We gaan bij Les Emboulements een wegje in naar Saint-Joseph-de-la-Rive. Dit plaatsje met 200 inwoners was vroeger het centrum van de scheepsbouw.



We rijden dezelfde weg weer terug naar de 362. Niet veel later komen we in Baie-Saint-Paul aan. Veel restaurantjes en galeries. Bij café Aromes et Saveurs nemen we een Belgische wafel. Ze schenken hier ook goede koffie.




We komen inmiddels steeds dichterbij de stad Quebec. We rijden over de 138. Voorbij het stadje Beaupre rijden we de Avenue Royale in. Op den duur komen we in Sainte-Anne-de-Beaupre aan. Hier staat een joekel van een basiliek. De imposante kerk in 1934 afgebouwd wordt vaak wel het Lourdes van Nieuw-Frankrijk genoemd. Jaarlijks trekken 1,5 miljoen pelgrims naar deze vijfschepige kerk met de 90 meter hoge dubbele torens. Binnen in de kerk is het 1 en al pracht en praal. Beneden zitten ook nog een paar kapellen.





12 km ten noorden van Quebec ligt de Chute Montmorency waterval. Deze is 84 meter hoog en 46 meter breed. Met de kabelbaan gaan we omhoog. Boven aangekomen lopen we over een brug de krachtige waterval over. Terug lopen we via 487 trapreden terug naar beneden. Onderweg genoeg uitzichtpunten om de waterval te bewonderen.







Tegen 18.00 uur rijden we het oude centrum van Quebec in.
Quebec, is de hoofdstad van de gelijknamige Franstalige provincie. Het is de enige stad in Noord-Amerika die door een stadsmuur wordt omgeven. Het historische centrum staat op de Werelderfgoedlijst. De Franse sfeer is hier overal te proeven.
We moeten nog even zoeken naar een parkeerplaats waar de auto een dag kan staan. Dat lukt. We checken in bij ons hotel, Port Royal. Het hotel ligt net naast het oude centrum.

Vlakbij het hotel loop je zo de oude stad in. We eten bij een pizzeria. We zitten lekker buiten op het terras. Genieten.
Na het eten lopen we een nog een stukje door het oude centrum. Je waant je hier in de Middeleeuwen. Het wordt al wat donker en dat maakt de sfeer met de verlichting aan nog mooier.




Het was weer een mooie dag die wel fris en bewolkt begon. Hoe dichter bij Quebec hoe warmer en zonniger het werd. In Quebec 24 graden.
De tijd die we vanavond hebben doorgebracht in de stad, heeft ons wel enthousiast gemaakt. We kunnen niet wachten om morgen meer van de stad te gaan zien!
We hebben ca. 280 km gereden.

Weer een mooie tocht. Mooie stad Cuebec zo te zien. Veel plezier daar vandaag.